In de Groene Loper valt maar liefst ruim 16,8 hectare, ruim 168.000 m2, onder het gebied dat genoemd wordt in het Masterplan Wonen. Waarbij het grootste stuk, locatie 5, zo’n 9,5 hectare betreft, gevolgd door locatie 7 (bijna 5 hectare) en locatie 10 (2,3 hectare). 16,8 hectare aan landbouw grond dat verdwijnt.
Op de landbouwgronden in de groene loper wordt jaarlijks verschillende keren mest uitgereden. Mest van veeboeren die, waarschijnlijk, in onze omgeving hun boeren bedrijven draaiende houden. De hoeveelheid vee die een veeboer mag houden is beperkt door de hoeveelheid mest die hij kwijt kan. Zij het door uitrijden op akker en weilanden, of door het, duur, te laten verwerken.
Op elke hectare landbouw grond mag met mest 170 tot 200 kg stikstof in mest (de opbrengst ongeveer 2 melkkoeien) worden uitgerekend. Verdwijnen de locaties 5, 7 en 10 als landbouwgrond, dan verdwijnen er zo’n 35 melkkoeien bij veeboeren uit onze omgeving (of iets meer dan 400 varkens of en meer dan 4750 leghennen etc).
Als de agrarische bestemming van de percelen vervalt, doordat de percelen een woonbestemming krijgen, dan mag er geen mest meer uitgereden worden. Omdat een veeboer gebruikersruimte voor zijn mest verliest betekent dat dat hij op zoek moet naar nieuwe gebruikersruimte. Wordt deze niet op korte termijn gevonden, dan zal de veestapel dus moeten krimpen.
Voor een veeboer kan het inkrimpen van de veestapel de nekslag betekenen. In de veehouderij is er flik schaalvoordeel te behalen, bij inkrimping gaat dat verloren. We weten niet hoeveel veeboeren hun mest hier uitrijden en wat het verlies van de gebruikersruimte voor hun bedrijfsvoering gaan betekenen. Maar het kan een, voor de overheid, goedkope manier worden om het aantal veehouderijen te reduceren…

Plaats een reactie